Zaterdag ontving Boerenblij maar liefst 14 oudere mensen van hoge leeftijd; een van hen was juist 87 geworden. Locatiemanager Cassy van den Bosch kon er wel vijf vrijwilligers bij gebruiken om er voor deze mensen een heel plezierige dag van te maken. Wat werd er gedaan? Voor de gemiddelde burger misschien heel gewone dingen, zoals samen de krant lezen en de berichten bespreken. Meer winkels open op zondag? Het leek de ouderen geen goed idee voor de kleinere ondernemers. Maar één van de heren was vroeger bakker en kende de gewoonte om op zondag na 14 uur het overgebleven brood te verkopen. En verder werd er een hele reeks Fryske ferskes gezongen, die de ouderen vaak goed kenden en mee konden zingen: It feintsje van Menaam, ús pake syn klok… Er werden spelletjes gedaan, er werd gewandeld in de regen en tussen de middag zijn er stapels pannenkoeken gebakken. Heel gewoon en toch ongewoon. Want opvang-voorzieningen als die van Boerenblij zijn een uitkomst voor de partners en andere familieleden die thuis ouderen verzorgen, die bijvoorbeeld door hersenaandoeningen als dementie minder zelfredzaam zijn. De overheid stuurt aan op langer thuiswonen van ouderen en de gemeenten gaan een grotere rol spelen in het zorgbeleid, in de vorm van de wmo. Zorgboerderijen als die van Boerenblij zijn belangrijke voorzieningen om de doelstellingen van dat beleid mogelijk te maken. De ChristenUnie vindt daarom dat ze een goede plek horen te krijgen binnen het wmo-beleid.