Duurzame boeren op Schiermonnikoog
De boeren op Schiermonnikoog willen van start gaan met bio-diverse landbouw. Een nieuw en innovatief project moet ervoor zorgen dat de boeren zelfvoorzienend kunnen zijn. Om meer te weten te komen over dit project is de Provinciale ChristenUnie-fractie vrijdagmiddag vertrokken met de boot naar het zonovergoten Schiermonnikoog. Daar aangekomen pakten we de fiets naar boer Johan Hagen, die samen met bedrijfsadviseur Herman Hofstee ons uitleg gaf over hun doelen. Naast dit project vertelden zij ook hoe het is om boer te zijn op een eiland. De bijzondere en mooie kanten, maar ook de keerzijden aan het boerenbestaan werden benoemd.
Herman Hofstee adviseerde vroeger zoveel mogelijk uit te breiden om later erachter te komen dat dit toch niet verstandig is. Nu pleit hij juist voor minder intensief, maar wel speciaal. ‘Er zijn gevallen bekend van boeren die land kochten, minder koeien molken en dat de boer toch meer verdiende.’ Sinds lange tijd ligt de melkprijs op 23 cent per liter, terwijl de boer 36 cent per liter aan kosten heeft. Het grote probleem is dat men de landbouw als een reguliere industriesector is gaan beschouwen. Waarschijnlijk is 80% van de boeren niet rendabel en in grote nood. De bank wil zekerheid en wil ervoor waken dat de grondprijs niet in elkaar zakt en zodoende zegt de bank tegen de boer dat hij moet blijven investeren. Toen kwam echter Professor Jan Willem Erisman met het plan om bio-diverse landbouw toe te passen. Hij wilde Schiermonnikoog als proefgebied toewijzen.
De zeven boeren hebben de regie over het project. Zij zien dit als een kans, omdat de boeren tegen grenzen aanlopen. Is het verstandig om steeds meer melk te produceren? Hagen: ‘We willen meer naar de koe kijken in plaats van naar de laatste liter melk. Wij willen kortom robuustere koeien fokken. Daarom hebben wij haalbaarheidsonderzoeken laten doen. Wij zoeken naar alternatieve verdienmodellen. Je kumt biologisch worden of de zuivel zelf verwerken of een combinatie van die twee.’ Er liggen kansen.
Omschakelen kost twee à drie jaar, afhankelijk van de omvang van het bedrijf. We doen het met elkaar. Alle zeven boeren staan achter het plan. Zelfvoorzienend en biologisch. Het moet niet zo zijn dat je een recreatief bedrijf hebt met daarbij een hobbyboerderij. We zijn met elkaar aan het kijken, dus ook met stakeholders als de Rabobank, hoe we de boerderij rendabel kunnen houden. De boerenbedrijven zijn divers met verschillende ideeën, maar als dit project slaagt, dan kan het overal in Nederland toegepast worden, want de noodzaak ligt er bij de hele sector.