Ook wethouders en burgemeesters van veel gemeenten in het Noorden waren van de partij. Ons programma hadden we ‘De 24 uur van het Noorden’ gedoopt. Met aandacht voor ontwikkelingen bij ons op het gebied van hernieuwbare energie, circulaire economie en op sociaal terrein. Ook was er een innovatiefestival, waar ondernemers en bedrijven die voortkomen uit universitair onderzoek uit onze regio hun innovatieve producten lieten zien.

 Het was een geslaagd evenement, waar je volop kon netwerken. Niet alleen met de bezoekers van de '24 uur', maar ook met Europarlementariërs, de mensen van de Permanente Vertegenwoordiging of het Huis der Provincies in Brussel. En alsof dat niet genoeg was, was er nog een grote kans dat je onderweg van hotel naar het zalencomplex mensen van andere provincies tegenkwam. Want ook die hadden een eigen programma tijdens deze Europese week. 

De vraag wat dit soort bijeenkomsten nou concreet oplevert, blijft moeilijk te beantwoorden. Zoals het na afloop ook wel eens lastig is om te zeggen of een lobby effectief is. Zelf heb ik vaak het gevoel dat dit soort dagen goed zijn, ook al kun je het directe nut of effect niet direct bewijzen. Het is meer het idee dat alle beetjes helpen. 

De '24 uur' waren ook handig. Want, zoals iemand me zei: ik kan vandaag iedereen spreken voor mijn werk. Dit scheelt me een maand. Want ze zijn nu even allemaal hier, op één plek. 

De dag erna waren we weer op één plek, maar dan in het provinciehuis. Daar stonden alle organisaties die betrokken zijn bij de invoering van de nieuwe wet Natuurbescherming samen op een informatiemarkt. Leden van Provinciale Staten konden zo in een keer al hun vragen stellen, zodat ze binnenkort goed beslagen ten ijs komen als we de invoering bespreken. Niet alleen de Statenleden, maar ook de organisaties zelf vonden het een geslaagde middag. Goed om elkaar op deze manier te zien en te spreken. 

Mooi toch?