Algemene Beschouwingen 1998 van GPV
donderdag 11 december 1997 21:05
ALGEMENE BESCHOUWINGEN 1998 van de statenfractie van het GPV
LEESWIJZER:
de onderstreepte gedeelten geven met steekwoorden de kern aan,
de scheefgedrukte gedeelten zijn vragen aan het College,
de vetgedrukte gedeelten bevatten de voorstellen.
MOTTO: WERK & WELZIJN
De ontwikkeling van de samenleving is een roeping voor mensen. Werk (betaald of onbetaald) is daarvoor een goed middel. Door werk kunnen burgers in hun eigen levensonderhoud voorzien. Dat is belangrijk voor henzelf é® voor de overheid. De overheid moet zich daarom maximaal inspannen voor voldoende werkgelegenheid.
Het GPV heeft zich daarom ook nooit verzet tegen een internationaal bedrijvenpark (wel tegen de plaats daarvan).
Fijn dat een groot bedrijf als HP besloot zich daar te vestigen. De commissaris komt voor zijn inspanningen daarvoor een woord van dank toe!
In de euforie van deze economische opsteker worden schaduwzijden onderbelicht.
Niet maximale welvaart moet ons doel zijn, maar het bouwen en bewaren van Gods schepping.
Aan 'bouwen' (economie en werkgelegenheid) besteden we ruime aandacht,
maar 'bewaren' (zorg voor natuur en leefmilieu) is ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Bouwen en bewaren moeten beide bevorderd worden.
Door HP zullen tientallen trucks per dag moeten rijden. Dat is slecht voor het milieu, slecht voor het klimaat. Terwijl in Kyoto een wereldprobleem werd bestudeerd, stimuleren wij een bedrijf om er nog een schepje bovenop te doen. Dá´ is nou precies de reden, dat wij tegen de plá¡´s van het IBF waren: terwijl milieuvriendelijke vervoerswijzen door de rijksoverheid worden bevorderd, leggen wij een 'megapark' aan, waar vervoersmogelijkheden over water en spoor ontbreken. Het is niet re륬 om te pleiten voor aanleg van een kanaal naar het IBF. Een spoorverbinding is alleen haalbaar als de Zuiderzeespoorlijn wordt aangelegd. Het GPV pleit al zo'n 20 jaar daarvoor. Een Zuiderzeespoorlijn is van groot belang, niet alleen voor Frysl⮬ maar is ook een nationaal belang. Meer vervoer met de trein is namelijk ook een oplossing voor Schiphol. Schiphol is gebonden aan voorwaarden en kan daar op termijn nauwelijks aan voldoen. Maar in plaats van alternatieven te ontwikkelen en voor het vervuilende binnen-Europese vliegverkeer ( met belastingvrije kerosine! ) en dᡲin te investeren, wordt het probleem waarschijnlijk verplaatst. Wat Fryslâ® betreft zo dicht mogelijk naar ons toe. Wij verwijten de Staten daarin niet te kiezen, maar van twee walletjes te willen eten: é® de Zuiderzeespoorlijn é® de Markerwaard. Het argument dat een vliegveld in de Markerwaard de noodzaak voor de aanleg van de Zuiderzeespoorlijn zal versterken is zwakker dan het omgekeerde: kiezen voor de Zuiderzeespoorlijn is een sterk en duurzaam argument voor versnelde aanleg daarvan.
[b]Kiezen voor de Zuiderzeespoorlijn is kiezen voor duurzaam vervoer.
Een Markerwaard past daar niet in. [/b]
De suggestie van het vertrokken statenlid Amels om de Nuon-aandelen te verkopen en dat als risicodragend kapitaal in een hoge-snelheidsspoorlijn te steken, moet dan ook - zodra dit kan en mag - serieus worden overwogen.
Het College wil een uitvoeringsgericht programma opstellen voor het oplossen van knelpunten in de watersport infrastructuur. Het wil vooruitlopen op de herziening van het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) en daarvan een majeur project maken.
Wij willen u herinneren aan een al bestaand majeur project, namelijk onze aanvaarde motie (RPF/SGP en GPV) van december 1996 over verkeersveiligheid.
Voorafgaand aan het PVVP geen nieuw majeur project (watersportinfrastructuur),
we richten alle aandacht eerst op een al bestaand majeur project (verkeersveiligheid).
Voor de watersport leggen wij de prioriteit dus niet bij de infrastructuur, maar bij een overeenkomst met gemeenten over de bruggelden. Wij schrikken watersporters soms af door elkaar opvolgende hoge bruggelden. Afstemming is dringend gewenst, waarbij de vervuilingsgraad van boten een rol kan spelen. Dit kan met een gekleurd vignet tot uitdrukking gebracht worden.
Wat is er gebeurd en wat gaat er nog gebeuren met de 'motie Buitenhuis' dat verkeersveiligheid als deelaspect van diverse projecten verspreid over de provincie Frysl⮬ in totaliteit ook majeur kan zijn?
Het College wil tegelijk met het PVVP fase 1 (1998-2001) van het 'startprogramma duurzaam veilig' in beeld brengen. Wij vinden dat, vooruitlopend op de herziening van het PVVP, met spoed recht gedaan moet worden aan de aangenomen motie. Wegnemen van oorzaken voor menselijk leed (door het verkeer) heeft bij ons een veel hogere prioriteit dan wegnemen van knelpunten voor menselijk genoegen (de watersport), hoe nuttig en belangrijk ook. De doelstellingen uit het Meerjarenplan Verkeersveiligheid MPV III, te weten 25% minder doden en gewonden ten opzichte van 1985, lijkt niet haalbaar. Dat ligt niet uitsluitend aan het College. Maar met de al beloofde categorisering van wegen had de inventarisering van gevaarlijke knelpunten in het wegverkeer allang kunnen starten.
[b]Het werken aan Duurzaam Veilig Wegverkeer krijgt voorrang
en moet niet wachten op de herziening van het PVVP. [/b]
In de Perspectiefnota in het voorjaar is al aangegeven dat er de komende tientallen jaren veel geld nodig zal zijn voor onder andere het duurzaam veilig inrichten van het wegennet.
Financiering van 'Duurzaam Veilig Wegverkeer' kan prima uit extra opcenten voor de motorrijtuigenbelasting. Opcenten zijn geen heffing en dus niet direct gekoppeld aan de besteding, maar een belasting en daarmee algemene middelen. Toch behoeft een koppeling met de besteding geen bezwaar te zijn. Koppeling met de besteding zal zelfs het draagvlak voor verhoging vergroten.
Wij stellen voor de opbrengst van opcenten Motorrijtuigenbelasting los te koppelen van het Economisch Structuurfonds en te storten in een nieuw fonds
(bijvoorbeeld 'fonds Duurzaam Veilig', 'Wegenfonds' of 'Fonds Mobiliteit').
Wij willen de opcenten verhogen van 50,6 tot 60,6 met 2 procentpunten per jaar.
Daarmee kunnen dan als eerste gevaarlijke knelpunten worden aangepakt. Vooruitlopend op rijksmiddelen voor Duurzaam Veilig Wegverkeer, als voorfinanciering en zo nodig als extra provinciale inzet.
Openbaar vervoer is van groot belang. Niet alleen als dienst aan de inwoners, maar ook om het broeikaseffect te verminderen. Maar dan moet dat openbaar vervoer wel de goede kansen krijgen. Er wacht ons als provincie een enorme uitdaging: provincies krijgen een belangrijke taak op het moment van een sterk veranderende regels.
De marktwerking doet ook in het openbaar vervoer zijn intrede. Laten we die met argusogen volgen. Markt, winst en genot zijn drie belangrijke afgoden van deze tijd.
De koers die de provincie daarbij in de Sturingsbrief kiest, klinkt mij nogal passief in de oren:
'Thans is het duidelijk' en 'valt er in de praktijk niet aan te ontkomen' en 'onontkoombare keuzes'. Evenals overal in de provincie bijvoorbeeld water, electriciteit en telefoon is, zou ook openbaar vervoer als basisvoorziening op enigerlei wijze beschikbaar moeten zijn.
Financiering zal problemen geven. Het autoverkeer is evenwel mee verantwoordelijk voor ongevallen, voor het broeikaseffect, voor overlast en voor voortdurende uitbreiding van de infrastructuur. Dat kan zo niet blijven doorgaan. Daarom zal het autoverkeer moeten meebetalen aan openbaar vervoer. Wij moeten zorgvuldig omgaan met Gods prachtige schepping. Dat stelt grenzen aan o.a. het gemotoriseerde vervoer.
Wij stellen voor knelpunten in het openbaar vervoer met opcenten op te lossen.
De 'zorg voor de bereikbaarheid van het platteland per openbaar vervoer', zoals het College zelf schrijft, moet ons tot daden drijven. Anders zijn het alleen holle kreten.
Nog enkele andere zaken die wij graag tot stand zien komen:
Emancipatie Effectrapportage wordt verbreed tot Sociale Effectrapportage:
'wat is het effect van provinciale maatregelen op vrouwen, op kinderen, op gezinnen?
Uitbreiden van provinciale informatie op teletekst (op de Fryske tv-zender). Naast alle inspanningen voor internet en informatietechnologie is - die nuttig en nodig zijn - moeten de inwoners van Fryslâ® meer informatie ontvangen. Dat zou ook kunnen in de 'Fryske side'. De provincie zou daarin ruimte kunnen reserveren voor provinciale publicaties.
Voorfinanciering Landinrichting uit het Economisch Structuurfonds.
Voorfinanciering is van belang om de lange doorlooptijd van projecten te verkorten. De economische wind is nu gunstig. Wel moet er zekerheid zijn, dat het rijk op termijn betaalt.
Landinrichting is nauw verbonden met een belangrijke tak van de Friese economie: het boerenbedrijf. Daarom kan daarvoor het Economisch Structuurfonds gebruikt worden.
Rondweg Sneek betalen uit opcenten Motorrijtuigenbelasting.
Het College wil niet alleen inzetten op economie en infrastructuur en dat is goed.
Welvaart is niet ons hoogste streven.
Welzijn stijgt daar bovenuit.
Welzijn is evenwel geen doel op zich, maar een gave é® een opdracht.
Een opdracht voor burgers en overheid. De zorg van de overheid moet vooral uitgaan naar hen die in moeilijke omstandigheden verkeren.
Overheid en burgers zouden allen moeten gaan leven naar het voorbeeld van Jezus.
De herdenking van diens geboorte kan ons daar weer bij bepalen.
Bram van der Werf, 11 december 1997.
LEESWIJZER:
de onderstreepte gedeelten geven met steekwoorden de kern aan,
de scheefgedrukte gedeelten zijn vragen aan het College,
de vetgedrukte gedeelten bevatten de voorstellen.
MOTTO: WERK & WELZIJN
De ontwikkeling van de samenleving is een roeping voor mensen. Werk (betaald of onbetaald) is daarvoor een goed middel. Door werk kunnen burgers in hun eigen levensonderhoud voorzien. Dat is belangrijk voor henzelf é® voor de overheid. De overheid moet zich daarom maximaal inspannen voor voldoende werkgelegenheid.
Het GPV heeft zich daarom ook nooit verzet tegen een internationaal bedrijvenpark (wel tegen de plaats daarvan).
Fijn dat een groot bedrijf als HP besloot zich daar te vestigen. De commissaris komt voor zijn inspanningen daarvoor een woord van dank toe!
In de euforie van deze economische opsteker worden schaduwzijden onderbelicht.
Niet maximale welvaart moet ons doel zijn, maar het bouwen en bewaren van Gods schepping.
Aan 'bouwen' (economie en werkgelegenheid) besteden we ruime aandacht,
maar 'bewaren' (zorg voor natuur en leefmilieu) is ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Bouwen en bewaren moeten beide bevorderd worden.
Door HP zullen tientallen trucks per dag moeten rijden. Dat is slecht voor het milieu, slecht voor het klimaat. Terwijl in Kyoto een wereldprobleem werd bestudeerd, stimuleren wij een bedrijf om er nog een schepje bovenop te doen. Dá´ is nou precies de reden, dat wij tegen de plá¡´s van het IBF waren: terwijl milieuvriendelijke vervoerswijzen door de rijksoverheid worden bevorderd, leggen wij een 'megapark' aan, waar vervoersmogelijkheden over water en spoor ontbreken. Het is niet re륬 om te pleiten voor aanleg van een kanaal naar het IBF. Een spoorverbinding is alleen haalbaar als de Zuiderzeespoorlijn wordt aangelegd. Het GPV pleit al zo'n 20 jaar daarvoor. Een Zuiderzeespoorlijn is van groot belang, niet alleen voor Frysl⮬ maar is ook een nationaal belang. Meer vervoer met de trein is namelijk ook een oplossing voor Schiphol. Schiphol is gebonden aan voorwaarden en kan daar op termijn nauwelijks aan voldoen. Maar in plaats van alternatieven te ontwikkelen en voor het vervuilende binnen-Europese vliegverkeer ( met belastingvrije kerosine! ) en dᡲin te investeren, wordt het probleem waarschijnlijk verplaatst. Wat Fryslâ® betreft zo dicht mogelijk naar ons toe. Wij verwijten de Staten daarin niet te kiezen, maar van twee walletjes te willen eten: é® de Zuiderzeespoorlijn é® de Markerwaard. Het argument dat een vliegveld in de Markerwaard de noodzaak voor de aanleg van de Zuiderzeespoorlijn zal versterken is zwakker dan het omgekeerde: kiezen voor de Zuiderzeespoorlijn is een sterk en duurzaam argument voor versnelde aanleg daarvan.
[b]Kiezen voor de Zuiderzeespoorlijn is kiezen voor duurzaam vervoer.
Een Markerwaard past daar niet in. [/b]
De suggestie van het vertrokken statenlid Amels om de Nuon-aandelen te verkopen en dat als risicodragend kapitaal in een hoge-snelheidsspoorlijn te steken, moet dan ook - zodra dit kan en mag - serieus worden overwogen.
Het College wil een uitvoeringsgericht programma opstellen voor het oplossen van knelpunten in de watersport infrastructuur. Het wil vooruitlopen op de herziening van het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) en daarvan een majeur project maken.
Wij willen u herinneren aan een al bestaand majeur project, namelijk onze aanvaarde motie (RPF/SGP en GPV) van december 1996 over verkeersveiligheid.
Voorafgaand aan het PVVP geen nieuw majeur project (watersportinfrastructuur),
we richten alle aandacht eerst op een al bestaand majeur project (verkeersveiligheid).
Voor de watersport leggen wij de prioriteit dus niet bij de infrastructuur, maar bij een overeenkomst met gemeenten over de bruggelden. Wij schrikken watersporters soms af door elkaar opvolgende hoge bruggelden. Afstemming is dringend gewenst, waarbij de vervuilingsgraad van boten een rol kan spelen. Dit kan met een gekleurd vignet tot uitdrukking gebracht worden.
Wat is er gebeurd en wat gaat er nog gebeuren met de 'motie Buitenhuis' dat verkeersveiligheid als deelaspect van diverse projecten verspreid over de provincie Frysl⮬ in totaliteit ook majeur kan zijn?
Het College wil tegelijk met het PVVP fase 1 (1998-2001) van het 'startprogramma duurzaam veilig' in beeld brengen. Wij vinden dat, vooruitlopend op de herziening van het PVVP, met spoed recht gedaan moet worden aan de aangenomen motie. Wegnemen van oorzaken voor menselijk leed (door het verkeer) heeft bij ons een veel hogere prioriteit dan wegnemen van knelpunten voor menselijk genoegen (de watersport), hoe nuttig en belangrijk ook. De doelstellingen uit het Meerjarenplan Verkeersveiligheid MPV III, te weten 25% minder doden en gewonden ten opzichte van 1985, lijkt niet haalbaar. Dat ligt niet uitsluitend aan het College. Maar met de al beloofde categorisering van wegen had de inventarisering van gevaarlijke knelpunten in het wegverkeer allang kunnen starten.
[b]Het werken aan Duurzaam Veilig Wegverkeer krijgt voorrang
en moet niet wachten op de herziening van het PVVP. [/b]
In de Perspectiefnota in het voorjaar is al aangegeven dat er de komende tientallen jaren veel geld nodig zal zijn voor onder andere het duurzaam veilig inrichten van het wegennet.
Financiering van 'Duurzaam Veilig Wegverkeer' kan prima uit extra opcenten voor de motorrijtuigenbelasting. Opcenten zijn geen heffing en dus niet direct gekoppeld aan de besteding, maar een belasting en daarmee algemene middelen. Toch behoeft een koppeling met de besteding geen bezwaar te zijn. Koppeling met de besteding zal zelfs het draagvlak voor verhoging vergroten.
Wij stellen voor de opbrengst van opcenten Motorrijtuigenbelasting los te koppelen van het Economisch Structuurfonds en te storten in een nieuw fonds
(bijvoorbeeld 'fonds Duurzaam Veilig', 'Wegenfonds' of 'Fonds Mobiliteit').
Wij willen de opcenten verhogen van 50,6 tot 60,6 met 2 procentpunten per jaar.
Daarmee kunnen dan als eerste gevaarlijke knelpunten worden aangepakt. Vooruitlopend op rijksmiddelen voor Duurzaam Veilig Wegverkeer, als voorfinanciering en zo nodig als extra provinciale inzet.
Openbaar vervoer is van groot belang. Niet alleen als dienst aan de inwoners, maar ook om het broeikaseffect te verminderen. Maar dan moet dat openbaar vervoer wel de goede kansen krijgen. Er wacht ons als provincie een enorme uitdaging: provincies krijgen een belangrijke taak op het moment van een sterk veranderende regels.
De marktwerking doet ook in het openbaar vervoer zijn intrede. Laten we die met argusogen volgen. Markt, winst en genot zijn drie belangrijke afgoden van deze tijd.
De koers die de provincie daarbij in de Sturingsbrief kiest, klinkt mij nogal passief in de oren:
'Thans is het duidelijk' en 'valt er in de praktijk niet aan te ontkomen' en 'onontkoombare keuzes'. Evenals overal in de provincie bijvoorbeeld water, electriciteit en telefoon is, zou ook openbaar vervoer als basisvoorziening op enigerlei wijze beschikbaar moeten zijn.
Financiering zal problemen geven. Het autoverkeer is evenwel mee verantwoordelijk voor ongevallen, voor het broeikaseffect, voor overlast en voor voortdurende uitbreiding van de infrastructuur. Dat kan zo niet blijven doorgaan. Daarom zal het autoverkeer moeten meebetalen aan openbaar vervoer. Wij moeten zorgvuldig omgaan met Gods prachtige schepping. Dat stelt grenzen aan o.a. het gemotoriseerde vervoer.
Wij stellen voor knelpunten in het openbaar vervoer met opcenten op te lossen.
De 'zorg voor de bereikbaarheid van het platteland per openbaar vervoer', zoals het College zelf schrijft, moet ons tot daden drijven. Anders zijn het alleen holle kreten.
Nog enkele andere zaken die wij graag tot stand zien komen:
Emancipatie Effectrapportage wordt verbreed tot Sociale Effectrapportage:
'wat is het effect van provinciale maatregelen op vrouwen, op kinderen, op gezinnen?
Uitbreiden van provinciale informatie op teletekst (op de Fryske tv-zender). Naast alle inspanningen voor internet en informatietechnologie is - die nuttig en nodig zijn - moeten de inwoners van Fryslâ® meer informatie ontvangen. Dat zou ook kunnen in de 'Fryske side'. De provincie zou daarin ruimte kunnen reserveren voor provinciale publicaties.
Voorfinanciering Landinrichting uit het Economisch Structuurfonds.
Voorfinanciering is van belang om de lange doorlooptijd van projecten te verkorten. De economische wind is nu gunstig. Wel moet er zekerheid zijn, dat het rijk op termijn betaalt.
Landinrichting is nauw verbonden met een belangrijke tak van de Friese economie: het boerenbedrijf. Daarom kan daarvoor het Economisch Structuurfonds gebruikt worden.
Rondweg Sneek betalen uit opcenten Motorrijtuigenbelasting.
Het College wil niet alleen inzetten op economie en infrastructuur en dat is goed.
Welvaart is niet ons hoogste streven.
Welzijn stijgt daar bovenuit.
Welzijn is evenwel geen doel op zich, maar een gave é® een opdracht.
Een opdracht voor burgers en overheid. De zorg van de overheid moet vooral uitgaan naar hen die in moeilijke omstandigheden verkeren.
Overheid en burgers zouden allen moeten gaan leven naar het voorbeeld van Jezus.
De herdenking van diens geboorte kan ons daar weer bij bepalen.
Bram van der Werf, 11 december 1997.
Reacties op 'Algemene Beschouwingen 1998 van GPV'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.