Ouderennotitie ChristenUnie/SGP
Ontwikkelingen rond senioren in Fryslân.
Ouderennotitie Statenfractie ChristenUnie/SGP Fryslân.
VOORWOORD
Hoofdstuk 1
Inleiding
Insteek provincie
Definities
Opbouw notitie
Hoofdstuk 2
Gegevens en ontwikkelingen rond senioren
Hoofdstuk 3
De wettelijke taken, bevoegdheden en mogelijkheden op het gebied van ouderenbeleid
De aanpak van ouderenbeleid van de provincie Fryslân
De Welzijnswet 1994
Autonoom beleid
Nieuw sociaal beleid
Andere beleidsterreinen
Hoofdstuk 4
Is de provincie goed voorbereid op de ontwikkelingen op ouderen gebied?
Hoofdstuk 5
Wat kan de Statenfractie ChristenUnie/SGP Fryslân doen?
Betrokken zijn
Kritisch en alert zijn
Zelf initiatieven ontwikkelen
Voorwoord
door Rein Ferwerda, fractievoorzitter/woordvoerder ouderenbeleid
Het ouderenbeleid is uitgegroeid tot een van de hot items van de landelijke politiek. Het daadkrachtige Kabinet Balkenende II wil middels de Wet Vut, Prepensioen en de Levensloopregeling (VPL), Vut en Prepensioen feitelijk met ingang van 1 januari 2006 afschaffen. Daarvoor in de plaats komen flexibele Levensloopregelingen, terwijl werken na 65 jaar makkelijker gemaakt moeten worden. Daarom heeft de regering de regiegroep GrijsWerkt in het leven geroepen, met als een van de prominente leden de Friese Commissaris Ed Nijpels. Doelstelling: meer ouderen aan het werk houden. Daarbij is het grootste struikelblok natuurlijk, dat werkgevers en overheid voorop helemaal niet op 55-plussers zitten te wachten. Sterker nog, zowel Den Haag als Brussel laten nog gauw even een groot aantal actieve en vitale 55-plussers voortijdig met een riante regeling afvloeien.
Eén van de speerpunten van het geactualiseerd provinciaal sociaal beleid, zoals vastgesteld in het Sociaal Beleidskader 2004-2007, is het thema van de gevolgen van de vergrijzing. Volgens de Sociale Agenda 2005-2007 van de Provincie Fryslân zal het aantal 65-plussers in Fryslân sterk toenemen, zodat naar verwachting in 2020 20% van de Friezen 65 jaar en ouder zal zijn. Daarvan zal bijna een derde deel minder te besteden hebben en daarom ook het risico lopen maatschappelijk achterop te raken. Nu al zijn daar de eerste tekenen van verborgen armoede en tweedeling in de samenleving (voedselbanken!). Bijna de helft van alle 75-plussers heeft te kampen met lichamelijke beperkingen, maar de meeste senioren willen zo lang mogelijk thuis zorg ontvangen. Bijvoorbeeld door middel van virtuele thuiszorg op afstand. Thuiszorg Het Friese Land heeft samen met Kabel Noord in 2004 een mede door de Provincie Fryslân gefinancierd pilotproject Virtuele Zorg ontwikkeld, dat cliënten zo lang mogelijk in staat stelt in hun eigen huis te blijven wonen. Via tv en moderne technologie kunnen oudere cliënten overleggen met de thuiszorg of een praatje maken met familieleden en vrienden.
In januari 2005 heeft de landelijke ChristenUnie een ouderenwerkgroep opgericht onder het motto: Ouderen horen erbij. De bijbel leert ons immers juist respect te hebben voor het ‘grijze haar’ en spoort aan de levenswijsheid van ouderen te gebruiken. Deze werkgroep kiest voor een praktische aanpak. In eigen gemeente en provincie worden beleidsinitiatieven opgespoord en doorgesproken. Via de invalshoek ‘zorg’ wordt gekeken naar welzijn, wonen, werk en inkomen. Daarbij klinkt ook de christelijke ethiek door. Het is daarom niet toevallig dat het ChristenUnie-kamerlid Arie Slob (55) de eerste ombudsman voor senioren in Nederland is geworden. ’Veel ouderen lopen tegen de uitvoering van wetgeving aan. Die is zo ingewikkeld dat mensen niet meer weten hoe ze formulieren moeten invullen, en dat is triest’. Steeds meer ouderen weten gelukkig wel de weg te vinden naar de ombudsman, zegt Slob. Naar de landelijke ombudsman zullen veel ouderen volgens Slob niet stappen. ’Die afstand is voor ouderen te groot, als ze hem al weten te vinden.’Naast het helpen zoeken naar oplossing biedt Slob vaak een luisterend oor. ’Soms heb je geen antwoord, maar ben je het antwoord.’ Door meer bekendheid hoopt Slob dat meer provincies, of gewesten, een ombudsman voor senioren in het leven roepen. ’Mijn ideaal is over vijf jaar een ombudsfunctie voor elke afdeling van het PCOB.’ (‘Trouw’, 11-10-2005)
De provinciale statenfractie van de ChristenUnie/SGP in de provincie Fryslân heeft in de hiernavolgende notitie de ontwikkelingen rond senioren in Fryslân nader onder de loep genomen. Daaruit blijkt dat de invloed van het provinciale beleid hoewel beperkt, toch van belang is. Ook de Friese Ouderenbonden, die samenwerken in de Stichting Friese Ouderenbonden (opgericht 30 augustus 2005) en te maken hebben met een via het SIF (Sociaal Investerings Fonds) gewijzigde subsidiëring, weten de provinciale politici wel te vinden als dat nodig is. Met behulp van provinciaal aanjaaggeld worden via Plattelânsprojekten initiatieven als de Te Plakprojecten gesteund. Dat zijn projecten in Friese dorpen, waarbij door vrijwilligers of tegen een lage vergoeding diensten van uiteenlopende aard worden verleend aan mensen die dat nodig hebben, bijvoorbeeld zorgbehoevende senioren.
Het nieuwe Streekplan is het aangewezen beleidskader om provinciale beleidsmaatregelen op het gebied van welzijn, openbaar vervoer, senioren- en leeftijdsbestendige woningbouw te structureren.
Bovenal zullen wij als provinciale ChristenUnie/SGP niet alleen de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van seniorenbeleid kritisch moeten volgen, maar zelf ook ons betrokken voelen bij onze oudere medeburgers, die niet alleen onze zorg en belangstelling nodig hebben, maar zelf vaak nog zoveel te bieden hebben aan levenservaring, wijsheid en liefde. Politiek met een hart heeft immers ook een warm hart voor ouderen.
Hoofdstuk 1 Inleiding
Het aantal ouderen in Nederland en dus ook in Fryslân neemt fors toe en zal in de komende jaren zelfs explosief stijgen. Dit heeft gevolgen voor de provincie en de overheid zal zich goed moeten voorbereiden op deze ontwikkelingen. Gebeurt dit ook? Of dreigen er mensen buiten de boot te vallen?
Volgens de Provinciale Sociale Agenda 2005-2007, par. 3.2 zal het aantal 65-plussers in Fryslân de komende decennia sterk toenemen tot rond de 130.000 in 2020. “Het grootste deel van deze senioren zal bestaan uit vitale, goed opgeleide en kapitaalkrachtige mensen die met beide benen in het maatschappelijke leven staan”. Zij vormen een belangrijke consumentengroep en zijn uitstekend in staat om zich zelf te redden. Daarnaast bestaat er een groep ouderen die weinig te besteden heeft (circa 30% van de ouderen), die zorgafhankelijk zijn (circa 40% van de ouderen) en die het risico lopen in maatschappelijk opzicht achterop te raken.
Op een symposium over mantelzorg dat op 22 september 2005 in Sneek werd gehouden, kwam een heel ander geluid naar voren. “De overheid wentelt teveel zorgtaken af op onderlinge, vrijwillige hulpverlening door familie en andere naasten. Met valse voorstellingen van zaken wordt deze zogenaamde ‘mantelzorg’ aangeprezen als remedie voor tekortschietende ‘formele zorg’.” Dat betoogden diverse sprekers op het symposium, aldus het FD van 23 september 2005). Met name dr. G.P.A. Braam, emeritus hoogleraard van de Universiteit van Twente, trok fel van leer tegen heersende opinies over ouderen, zoals het idee “dat ouderen tegenwoordig vitaal zijn en veel geld te besteden hebben. Drie van de tien mannen sterven tussen de 65 en 75 jaar. De ouderdom is een slagveld van ziekte en dood. Een kwart van de ouderen heeft alleen AOW of een heel klein pensioen. Ze leven dicht bij of onder de armoedegrens. Dat zal niet snel veranderen, door het toenemende aantal gescheiden mensen, pensioenbreuken en hoge eigen bijdragen.” Volgens Braam is het hoognodig dat de staat meer formele zorg organiseert. Doordat er steeds meer intensieve praktische zorg gevergd wordt van mantelzorgers, komt de sociale en emotionele zorg voor elkaar in intieme relaties onder druk te staan. De Rotterdamse economen W.B.F. Brouwer en N.J.A. van Exel presenteerden een studie, waaruit blijkt dat de economische waarde van mantelzorg veel hoger zou moeten worden ingeschaald.
In deze notitie zetten wij op een rij welke ontwikkelingen er rond ouderen spelen en wat er op provinciaal gebied aan mogelijkheden zijn om de negatieve gevolgen van de vergrijzing tegen te gaan. Daarnaast wordt in beeld gebracht wat de Statenfractie ChristenUnie/SGP concreet kan doen.
Insteek provincie
Binnen de provincie is ouderenbeleid geen beleidsterrein op zich maar een onderdeel van het welzijnsbeleid. In het voorjaar van 2004 is de provincie Fryslân een nieuwe weg op het beleidsterrein van Zorg en Welzijn ingeslagen. In plaats van gebruik te maken van regiovisies, zoals gebruikelijk, is er een Sociaal Beleidskader aangenomen. Niet alleen spreekt men nu van sociaalbeleid in plaats van welzijnsbeleid maar ook de hele opzet en insteek van de provincie is veranderd.
In de provincie is men tot de conclusie gekomen dat de rol van de provincie te statisch is. In de nieuwe situatie wil de provincie zich opstellen als medespeler op het sociale vlak. De provincie wil niet langer los van andere partijen beleid maken maar in samenspraak met de bevolking, sociale instellingen, zorginstellingen en gemeenten een sociale agenda ontwikkelen. Daarom heeft de provincie een aantal bijeenkomsten georganiseerd waarin sociale beleidsissues bediscussieerd werden. Om die discussie in goede banen te leiden heeft de provincie het Sociaal Rapport Fryslân 2004 opgesteld, hierin staan allerlei gegevens en ontwikkelingen op sociaal gebied beschreven. Een document waarin ook veel over ontwikkelingen rond ouderen wordt geschreven en waarvan wij dankbaar gebruik kunnen maken.
Naast de sociale debatten hebben de Staten op 21 april 2004 de beleidskaders vastgesteld waaraan het nieuwe sociale beleid moet voldoen. In het Sociaal Beleidskader Fryslân 2004-2007 is vastgelegd dat jaarlijks een sociale agenda door de Staten wordt vastgesteld waarin de thema’s en activiteiten op sociaal gebied worden uitgewerkt. Op 15 december 2004 is door de Staten de sociale agenda voor 2005-2007 vastgesteld. De provincie heeft gekozen voor een aantal hoofdthema’s waarop het sociaalbeleid zich de komende jaren moet concentreren. De gevolgen van de vergrijzing is een van de hoofdthema’s van het sociaalbeleid.
Definities
Er zijn vele definities in omloop over het woord ‘ouderen’. Om verwarring te voorkomen worden in deze notitie de volgende eenvoudige definities gehanteerd:
· Ouderen; mensen van 65 jaar en ouder
· Senioren; mensen van 55 jaar en ouder
Opbouw notitie
In hoofdstuk 2 zullen gegevens en ontwikkelingen op een rijtje worden gezet. Het hoofdstuk daarna zal ingaan op de vraag welke bevoegdheden en mogelijkheden op het gebied van ouderenbeleid er provinciaal aanwezig zijn. Hoofdstuk 4 behandelt de initiatieven die de provincie per ontwikkeling heeft ontplooid of bezig is te ontplooien. In hoofdstuk 5 wordt bekeken wat wij als Statenfractie ChristenUnie/SGP Fryslân concreet kunnen doen op het gebied van ouderenbeleid en welke initiatieven wij eventueel kunnen ontplooien.
Hoofdstuk 2 Gegevens en ontwikkelingen rond senioren
In dit hoofdstuk staan een aantal belangrijke gegevens rond ouderenbeleid op een rijtje. Deze gegevens geven een indruk van de doelgroep. Uit deze gegevens kunnen een aantal ontwikkelingen gedestilleerd worden die gebruikt kunnen worden om verdere ideeën te ontwikkelen.
De gegevens zijn overgenomen uit het Sociaal Rapport Fryslân 2004, uitgegeven door Provinsje Fryslân in april 2004.
· Op 1 januari 2003 telde Fryslân 92.699 inwoners vanaf 65 jaar. Zij vormen 15,5% van de bevolking.
· Fryslân telde op dat moment 167.483 personen van 55 jaar en ouder. Zij vormen 26,2% van de Friese bevolking. Dit percentage ligt hoger dan het landelijke gemiddelde.
· De prognose tot 2020 is dat de bevolking van 55-74 jarigen met 50.000 personen zal toenemen en het aantal 75 plussers met 14.500 personen. Het aantal jongeren zal redelijk stabiel blijven. Gevolg: Fryslân zal tot 2020 sterker vergrijzen.
· Door de verwachte vergrijzing zal de zorgvraag van ouderen tot 2020 (explosief) stijgen. Uit cijfers is niet op te maken of in Fryslân een uitbreiding van de extramurale zorg is gemaakt . (extramurale zorg houdt in dat de zorg buiten de zorginstelling plaats vindt)
· De arbeidsparticipatie onder ouderen (vooral 55- plussers) is veel kleiner dan onder jongeren.
· Het vrijwilligersbestand in Fryslân vergrijst. Tegelijkertijd is de verwachting dat de vraag naar vrijwilligers door de vergrijzing (mantelzorg) toe zal nemen.
· 96% van de ouderen woont zelfstandig. 4,4% van de bevolking van 55 jaar en ouder woont in verzorgingsthuis, verpleegtehuis of een psychiatrische inrichting.
· 40% van de ouderen heeft een vorm van noodzakelijke hulp nodig om zelfstandig te blijven wonen. Dit kan zowel mantelzorg (hulp van familie, vrienden of vrijwilligers) of professionele hulp zijn.
· Ouderen die intensieve zorg nodig hebben worden minder snel dan voorheen in een instelling opgenomen en blijven, met extra zorg en faciliteiten, langer thuis wonen. Een ontwikkeling die wordt aangeduid met de vermaatschappelijking van de zorg.
· Het Rijk bezuinigt op openbaar vervoer en speciale vervoersmogelijkheden voor gehandicapten. Dit is een klap voor ouderen die van dit vervoer afhankelijk zijn.
· Uit gegevens van CBS blijkt dat vooral jongeren Fryslân verlaten voor werk en studie en dat zich vooral senioren in Fryslân vestigen. Er is echter niet sprake van een trend van zogenoemde ‘terugkerende ouderen’ naar de provincie. (Wat voor Drenthe als het zogenoemde ‘Drenthenieren’ wordt betiteld).
· Een probleem voor ouderen om op het platteland te blijven wonen is het te lage voorzieningenniveau in de dorpen.
· Door de hoge huizenprijzen en het tekort aan geschikte huurwoningen kunnen ouderen moeilijk verhuizen.
Uit de hierboven genoemde gegevens kunnen we een aantal ontwikkelingen vaststellen
1. Het aantal ouderen in Fryslân is relatief hoger dan gemiddeld in Nederland en zal de komende jaren sterk toenemen. Hierdoor zal de zorgvraag ook toenemen.
2. Hoewel voornamelijk senioren zich in Fryslân vestigen (en jongeren meer wegtrekken) is er geen sprake van een duidelijke trend (‘grijze invasie’)
3. De arbeidsparticipatie in Fryslân onder 55-plussers blijft relatief laag (zie ook hoofdstuk 4)
4. Ouderen, ook degenen die veel zorg nodig hebben, blijven langer thuis wonen.
5. Er bestaat een toenemende vraag naar mantelzorg en thuiszorg.
6. Door bezuinigingen op het Openbaar Vervoer zijn senioren, die afhankelijk zijn van Openbaar Vervoer, minder mobiel.
7. Het afnemende voorzieningenpeil maakt het voor ouderen moeilijker om op het platteland te blijven wonen.
8. Hoge huizenprijzen en gebrek aan geschikte huurwoningen maakt het voor ouderen moeilijk om te verhuizen.
Hoofdstuk 3 De wettelijke taken, bevoegdheden en mogelijkheden op het gebied van ouderenbeleid
Deze informatie is voor een groot deel afkomstig uit Het sociaal Beleidskader Fryslân 2004-2007, Regiovisie Verpleging en Verzorging 2002-2004 en het concept Welzijnsplan 2002-2007(nooit aangenomen)
De aanpak van ouderenbeleid van de provincie Fryslân
Binnen provincie Fryslân is ouderenbeleid nooit een apart beleidsterrein maar altijd onderdeel van het welzijnbeleid. In de begroting valt het hele welzijnsbeleid uiteen in drie programma onderdelen namelijk jeugdzorg, (gezondheids)zorg en welzijn. Binnen de provincie is een welzijnsbeleid ontwikkeld op basis van wettelijke taken (de taken die krachtens de wet aan de provincie worden toegewezen) en autonoom beleid (beleid wat de provincie zelfstandig ontwikkelt).
Op welzijnsgebied heeft de provincie de volgende wettelijke taken:
Ø Jeugdzorg; Voor ouderenbeleid niet van toepassing
Ø Steunfunctietaak; In de welzijnswet van 1994 hebben de provincies de taak gekregen om het uitvoerende werk te ondersteunen (zie ook volgende paragraaf)
Ø Financiering telefonische hulpdiensten
Ø Ambulancevervoer; op dit moment is GS nog verantwoordelijk voor de spreiding en standplaatsen van het ambulancevervoer, deze taak vervalt.
De Welzijnswet 1994
In de welzijnswet staat het volgende beschreven over de uitvoering van welzijnsbeleid:
1. Tot de verantwoordelijkheid van de gemeenten behoort het beleid inzake het uitvoerende werk; het geheel van maatschappelijke en sociaal-culturele activiteiten rechtstreeks gericht op personen of groepen van personen in de samenleving.
2. Tot de verantwoordelijkheid van de provincies behoort het beleid inzake steunfunctiewerk: het geheel van uitvoerend werk ondersteunen.
3. Tot de verantwoordelijkheid van het Rijk behoort het beleid inzake landelijke functie (volgen, signaleren en analyseren van ontwikkelingen in de samenleving, stimuleren van nieuw beleid, nieuwe voorzieningen en activiteiten, zorgdragen voor innovatieve projecten, zorgdragen voor landelijke infrastructuur waaronder landelijke organisaties, zorgdragen voor internationale uitwisseling van informatie).
De formele positie van de provincie op sociaal gebied is dus intermediair tussen ouderenorganisaties, gemeenten en rijksoverheid. De provincie is verantwoordelijk voor het instandhouden van het steunfunctiewerk. In Fryslân betekent dit dat de provincie de volgende steunfunctie-instellingen subsidieert:
· Stichting Partoer
· Stichting Samenwerkende Dorpshuizen Friesland
· Equa
· Sport Friesland
· Feriening Lytse Doarpen
· Patiënten en Consumentenplatform Friesland
Daarnaast subsidieert Fryslân producten van diverse (kleinere) maatschappelijke organisaties, waaronder Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking, Fries centrum voor doven en slechthorenden, COC Fryslân etc. Veel van deze steunfunctie-instellingen zijn belangrijk voor het instandhouden van voorzieningen waar ook ouderen veel gebruik van maken. Bovendien werken bij deze instellingen veel ouderen/ senioren als vrijwilligers.
Autonoom beleid
Daarnaast heeft de provincie autonoom beleid. Dit beleid heeft geen wettelijke status maar komt tot stand doordat verschillende instellingen tot een overeenkomst komen (afstemming) of doordat de provincie zelf gelden vrij maakt om een bepaald beleid tot uitvoering te laten brengen. Tot voor kort werd dit beleid beschreven in regiovisies. Deze regiovisies blijven deze collegeperiode (2003-2007) van kracht. Er bestaan vier regiovisies: Verzorging en Verpleging, Geestelijke gezondheidszorg, Gehandicaptenzorg en Preventie. De regiovisies zijn een instrument waarmee de provincie met de partners in de zorg (patiënten, consumenten, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten)de richting bepalen in de regionale zorgstructuur. Uit de praktijk is echter gebleken dat er te weinig met de regiovisies gedaan wordt. Daarom is de provincie gaan zoeken naar een andere invalshoek om met welzijnsbeleid om te gaan.
Nieuw sociaal beleid
Het gevaar bij het ontwikkelen van nieuw provinciaal sociaalbeleid (en dus ook ouderenbeleid) is dat de provincie zich begeeft op het domein van gemeenten en de rijksoverheid. De provincie heeft bij het opstellen van een nieuw sociaal beleid de volgende insteek gekozen: een provincie die haar inzet bepaalt op basis van de bijdrage die zij kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen, langs welke beleidssector of bevoegdheid dan ook. De provincie kan de rol aannemen van regisseur, initiatiefnemer tot facilitator of subsidieverstrekker. Om te voorkomen dat de provincie de gemeenten beleidsmatig voor de voeten loopt, heeft de provincie gekozen om, in samenspraak met gemeenten en interactief (door het organiseren van sociale debatten), tot een sociale agenda te komen. De Sociale agenda 2005-2007 is 15 december 2004 door de Staten aangenomen. Het sociale beleid zal zich komende jaren richten op de jongerenproblematiek, de gevolgen van de vergrijzing, de positie van inwoners van Fryslân met een veelvoud aan problemen, sociale cohesie en vrijwilligerswerk en daarnaast blijft het instandhouden van de sociale-infrastructuur een onderwerp.
Andere beleidsterreinen
Ontwikkelingen rond ouderen beperken zich niet tot sociaal beleid. In Hoofdstuk 2 zijn de volgende ontwikkelingen genoemd:
· Door bezuinigingen op het Openbaar Vervoer zijn senioren, die afhankelijk zijn van Openbaar Vervoer, minder mobiel.
· Het afnemende voorzieningenpeil maakt het voor ouderen moeilijker om op het platteland te blijven wonen.
· Hoge huizenprijzen en gebrek aan geschikte huurwoningen maakt het voor ouderen moeilijk om te verhuizen.
Deze ontwikkelingen liggen op het gebied van openbaar vervoer, plattelânsbeleid en volkshuisvesting.
Hoofdstuk 4 Is de provincie goed voorbereid op de ontwikkelingen op ouderen gebied?
In hoofdstuk 2 zijn een aantal ontwikkelingen, die op het gebied van ouderenbeleid plaats vinden, op een rijtje gezet. In dit hoofdstuk willen we deze ontwikkelingen allemaal langs gaan en in beeld brengen wat de mogelijkheden van de provincie zijn. Daarnaast willen we per ontwikkeling aangegeven of volgens ons (Statenfractie ChristenUnie/SGP Fryslân) de provincie voldoende onderneemt op dit gebied of dat de provincie zich wat actiever mag inzetten.
De ontwikkeling :
· Het aantal ouderen in Fryslân is relatief hoger dan gemiddeld in Nederland en zal de komende jaren sterk toenemen. Hierdoor zal de zorgvraag ook toenemen.
We weten al jaren dat Nederland en dus ook Fryslân zal vergrijzen maar het lijkt wel of men vanuit het Rijk deze ontwikkeling en de gevolgen hiervan nu pas serieus neemt. Maatregelen zoals het uitkleden van het ziekenfondspakket, de verhoging van premies, de verhoging van eigen bijdrage voor thuiszorg en het afschaffen van taxivervoer naar ziekenhuizen zijn hier voorbeelden van. Het gaat hier vooral om rijksmaatregelen waar de provincie niet veel aan kan veranderen.
Wat kan de provincie doen? In de sociale agenda 2005-2007 heeft de provincie de volgende doelen weergegeven om de gevolgen van de vergrijzing tegen te gaan:
1a. Duidelijkheid ten aanzien van een passende oplossing met betrekking tot de zorgverlening op de eilanden;
2a. In 2005 zijn afspraken rond een vlotte afhandeling van integrale initiatieven op het
terrein van wonen, zorg, welzijn en dienstverlening afgerond en inzichtelijk voor be-
langhebbenden;
2b. Bundeling van kennis, ideeën (best practices) en relevante onderzoeksresultaten;
2c. In 2006 zijn 6 substantiële projecten op het terrein van wonen, zorg, welzijn en dienstverlening geïnitieerd;
3a. Tenminste 18 gemeenten praktiseren cliëntondersteuning en onafhankelijke informatieverstrekking op het gebied van wonen, zorg, welzijn en dienstverlening gerealiseerd (1 loketgedachte);
3b. Adequaat inspelen op de kansen c.q. bedreigingen van nieuwe ontwikkelingen zoals veranderingen binnen de AWBZ en de WMO;
3c. Realiseren van de beleidsintenties zoals verwoord in de regiovisies voor Preventie en Verpleging en Verzorging.
De concrete bijdrage van de provincie zal zijn:
1. Ambtelijke en/of bestuurlijke inzet wordt gepleegd ten behoeve van:
- Het Modeltraject “Foar Elkoar”;
- De stimulering en advisering rond initiatieven op het terrein van wonen, zorg, welzijn en dienstverlening;
- Faciliteren van de oprichting en onderhoud van een platform WMO, van waaruit afstemming en coördinatie kan plaatsvinden;
- Projectverwerving ten behoeve van het realiseren van resultaten;
2. Sociaal Investeringsfonds wordt aangewend ten gunste van integrale initiatieven op het terrein van wonen, zorg, welzijn en dienstverlening;
3. Steunfunctie-instelling bundelt kennis, ideeën en onderzoeksgegevens.
· De arbeidsparticipatie onder 55-plussers in Fryslân is relatief laag.
In onze provincie is die participatie t.o.v. het landelijke gemiddelde laag. Dit heeft verschillende oorzaken. De landelijke trend wijst uit dat steeds meer ouderen aan het werk gaan/ blijven (bron: publicaties CBS: Sociaal-economische trends, 2e kwartaal 2005 en Stoppen met werken rond 60e jaar verminderd). Tegelijkertijd zie je door de steeds verder terugloop van o.a. de industrie dat de uitval uit het arbeidsproces onder oudere werknemers hoog is (Bron: publicatie CBS: Sociaal-economische trends 3e kwartaal 2005) Ook in Fryslân drukt deze ontwikkeling op de arbeidsparticipatie onder ouderen.
Vanuit de provincie zijn geen concrete initiatieven om de arbeidsparticipatie onder senioren te verhogen. Het is ook discutabel of provinciale initiatieven kunnen bijdragen tot de verhoging van arbeidsparticipatie van senioren. Zelfs de landelijke overheid heeft moeite om hier invloed op uit te oefenen, zo bleek dit uit de onderhandelingen met de vakbonden en werkgevers in het najaar van 2004.
Het is in deze tijd van toenemend belang dat wij in Nederland beter met oudere werknemers om gaan. Wij schrijven oudere werknemers veel te snel af, ook bij de overheid. Het is noodzakelijk dat de arbeidsparticipatie van senioren wordt verhoogd. Dat is ook in overeenstemming met de Taskforce senioren waarin CdK Ed Nijpels een prominente rol vervult om de participatie van 55-plussers te vergroten.
· Ouderen, ook degenen die veel zorg nodig hebben, blijven langer thuis wonen.
· Er bestaat een toenemende vraag naar mantelzorg en thuiszorg
Deze ontwikkelingen staan direct in elkaars verlengde. Het langer thuis blijven wonen van ouderen is een ontwikkeling die vanuit de overheid sterk aangemoedigd wordt omdat dit veel goedkoper is. Binnen Fryslân zijn een aantal interessante initiatieven op dit gebied ontplooid bijvoorbeeld Skewiel in de Trynwâlden en Hof en Hiem in Lemsterland. Kenmerkend is dat zorginstellingen, thuiszorg organisaties, gemeenten en woningbouwcoöperaties de handen in één slaan waardoor ouderen zo lang mogelijk op goede en verantwoorde manier thuis kunnen blijven wonen Een pilotproject op dit gebied is: “Virtuele zorg” in NO-Fryslân.. Zoals blijkt uit eerder geformuleerde doelen juicht de provincie dit soort initiatieven toe. De rol van de provincie is bescheiden.
De toenemende vraag naar thuiszorg moet op de langere termijn worden bekeken. Omdat de eigen bijdrage voor thuiszorg vorig jaar is verhoogd hebben veel ouderen hun thuishulp opgezegd.
De provincie steunt initiatieven die het langer thuis wonen van ouderen bevordert. Zo steunt de provincie het opzetten van zorgpunten (1 loket gedachte). In de sociale agenda 2005-2007 geeft de provincie aan te streven naar een situatie waarin integraal wordt samengewerkt door instanties op het gebied van wonen, zorg en welzijn en dienstverlening.
Op het platteland stimuleert de provincie speciale initiatieven die de leefbaarheid van het platteland moeten verhogen. Via Plattelânsprojekten wordt er geld gestoken in projecten zoals bijvoorbeeld Te Plak. Te Plakprojekten zijn projecten in dorpen waar door vrijwilligers of tegen een lage vergoeding service van uiteenlopende aard verleend wordt aan diegene die die service nodig hebben.
De provincie kan op bescheiden schaal meewerken aan initiatieven die het samenwerken van instellingen die met ouderen te maken hebben stimuleert. De provincie kan, via Pplattelânsprojekten, een bijdrage leveren om voorzieningen op het platteland te behouden of te vergroten.
· Het afnemende voorzieningenpeil maakt het voor ouderen moeilijker om op het platteland te blijven wonen
Deze ontwikkeling is bij het vorige punt ook ter sprake gekomen. De provincie probeert de afname van de leefbaarheid, door middel van steungelden vanuit Brussel en Den Haag, tegen te gaan. Men heeft de initiatieven om de leefbaarheid op het platteland te verhogen Plattelânsprojecten genoemd.
· Door bezuinigingen op het Openbaar Vervoer zijn senioren, die afhankelijk zijn van Openbaar Vervoer, minder mobiel.
Het Rijk bezuinigd op het Openbaar Vervoer waardoor het openbaar Vervoer nog verder wordt uitgekleed. Tot vorig jaar konden ouderen op een heel voordelige manier gebruik maken van taxivervoer om bijvoorbeeld naar het ziekenhuis te gaan. De bezuinigingen zijn voor ouderen, die van dit vervoer afhankelijk zijn, uiterst pijnlijk. De provincie heeft sinds kort meer zeggenschap op dit terrein gekregen. Op dit moment beraad een werkgroep uit de Staten zich over de toekomst van het Openbaar Vervoer.
Het behoud van Openbaar Vervoer, of het verbeteren hiervan is voor een grote groep ouderen essentieel. Omdat de provincie op dit gebied bevoegdheden heeft is het noodzakelijk dat er op dit gebied maatregelen worden genomen en dat de provincie hierin haar verantwoordelijkheid neemt.
· Hoewel voornamelijk senioren zich in Fryslân vestigen (en jongeren meer wegtrekken) is er geen sprake van een duidelijke trend (‘grijze invasie’)
· Hoge huizenprijzen en gebrek aan geschikte huurwoningen maakt het voor ouderen moeilijk om te verhuizen.
Uit de ontwikkelingen van de laatste jaren op volkshuisvestingsgebied blijkt dat dit een lastig te besturen beleidsterrein is. Het nieuwe Streekplan die dit jaar wordt geformuleerd is de aangewezen plaats om op een adequate manier in te springen op deze ontwikkelingen.
Hoofdstuk 5 Wat kan de Statenfractie ChristenUnie/SGP Fryslân doen?
In de voorgaande hoofdstukken is de rol van de provincie op het gebied van ouderenbeleid uitgebreid aan bod gekomen. In dit hoofdstuk zetten we op een rijtje welke acties de Statenfractie ChristenUnie SGP Fryslân kan ondernemen op het gebied van ouderenbeleid.
Provincieprogram 2003-2007 ChristenUnie/SGP
Volgens ons Provincieprogram 2003-2007, par. 08.09 is Zorg op maat heel belangrijk. Daarom bepleit de statenfractie goed overleg tussen Provinciebestuur, gemeenten, zorgaanbieders, ouderenbonden en het Provinciaal Patiënten Consumenten Platform (PPCP). Tevens worden initiatieven om te komen tot het oprichten van hospices van harte ondersteund. Ook de positie van allochtone ouderen verdient bijzondere aandacht.
Betrokken zijn
Voordat we met allerlei beleidsplannen en ideeën aan de slag gaan is het belangrijk dat wij ons allereerst betrokken tonen. Zoek mensen in zorginstellingen op en bezoek projecten. Veel van het politieke werk ontrekt zich aan de waarneming van burgers. Het is goed dat wij als Statenfractie ons betrokken en bewogen tonen door naar de (oudere) burger toe te gaan. Verder dragen bezoeken aan instellingen bij aan een heldere kijk op de problemen die op ouderengebied spelen. De praktijk in gaan helpt ons om op een realistische manier naar beleid en initiatieven te kijken.
Kritisch en alert zijn
In voorgaande hoofdstukken zijn initiatieven die Provincie Fryslân heeft ontwikkeld en die met ouderen en ouderenbeleid te maken hebben uitgebreid aan bod gekomen. De provincie heeft nogal wat nieuwe plannen.
Wat gebeurt er met de mooie beleidsvoornemens en brengen projecten die lopen echt verbetering? Want maar al te vaak blijven plannen plannen en bereiken ze niet het doel waarvoor ze zijn ontwikkeld.
In de praktijk schort het nog wel eens aan goede communicatie van de provincie met betrokken partijen. Zo bleek ook uit het gesprek dat onze fractie op 12 september 2005 met de ouderenbonden heeft gehad. Het is aan ons om de provincie te houden aan haar eigen beleidsvoornemens. En aan de bel te trekken wanneer dit niet of onvoldoende gebeurt.
Zelf initiatieven ontwikkelen
Een laatste manier om als statenfractie iets te doen is om zelf initiatieven te ontwikkelen. Bijvoorbeeld op het gebied van het sociaal beleid, openbaar vervoer of in het kader van plattelânsprojekten. We moeten dan wel kritisch kijken naar wat het toevoegt aan landelijke, provinciale en plaatselijke initiatieven. Het is van belang goed te communiceren met de ouderenbonden en andere relevante stakeholders op het gebied van ouderenbeleid in Fryslân. Communiceren betekent in de eerste plaats goed luisteren, bijvoorbeeld naar de doelstellingen van de op 30 augustus 2005 opgerichte Stichting Friese Ouderenbonden (SFO), die senioren weerbaar willen maken, door deskundigheidsbevordering en deelname aan cliëntenraden en overlegorganen. De SFO wil standpunten op provinciaal en lokaal beleid uitwisselen en afstemmen, contacten onderhouden met provinciaal bestuur, provinciale en regionale organen en particuliere organisaties en gezamenlijk seniorenprojecten opzetten. Daartoe zijn de werkgroepen Wonen, Zorg en Welzijn en Mobiliteit in het leven geroepen.
De landelijke ombudsman voor senioren, ChristenUnie-kamerlid Arie Slob, heeft als ideaal, dat elke provincie een ombudsman voor senioren in het leven roept. In Fryslân kunnen de Friese Ouderenbonden daarvoor kandidaten aandragen.
Als provinciale ChristenUnie/SGP-statenfractie willen wij goed luisteren naar de geluiden in de Provincie Fryslân en die geluiden waar mogelijk trachten te vertalen naar provinciaal sociaal beleid, met als één van de vijf speerpunten: Gevolgen van de vergrijzing.
Hebt u daarover vragen, ideeën, praktische suggesties, mail ons: christenunie@sis.fryslan.nl
Archief > 2006 > februari
- 10-02-2006 10-02-2006 20:43 - Ouderennotitie ChristenUnie/SGP
- 10-02-2006 10-02-2006 10:39 - Medewerking aan innovatieve mantelzorgwoningen?
- 09-02-2006 09-02-2006 09:48 - ChristenUnie/SGP: maak van Fryslân een duurzame energiedelta
- 09-02-2006 09-02-2006 09:47 - Haalbaarheid aanleg Centrale As zonder NUON-geld
Reacties op 'Ouderennotitie ChristenUnie/SGP'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.