Geld voor de Noordelijke Investerings- en Ontwikkelings Maatschappij (NOM)

NOM.jpgwoensdag 26 februari 2020 15:34

‘Wanneer wist het college dat de NOM een verlies heeft 6,5 – 8 miljoen in 2019?,’ vraagt Wiebo de Vries tijdens de Statenvergadering van 26 februari 2020. De ChristenUnie vindt dat Provinciale Staten niet tijdig zijn geïnformeerd. De provincie is mede-aandeelhouder van de NOM.

De ChristenUnie vraagt een extra commissievergadering aan om van de gedeputeerde en de NOM te horen hoe het nu precies zit. Volgens Dina Boonstra, directeur van de NOM is de oorzaak van de rode cijfers dat er te weinig bedrijven succesvol verkocht zijn. De NOM verdient geld met rente, met dividenden en met het verkopen van bedrijven. Dat laatste is in 2019 niet gebeurd en dat leidt tot verlies.

Tijdens de Statenvergadering ligt er een financieel voorstel voor. Het gaat over het overhevelen van middelen van het Innovatiefonds Noord-Nederland B.V. (IFNN) naar de NOM. IFNN is een dochteronderneming van de NOM. Uit een evaluatie over de IFNN blijkt dat er te weinig gebruik gemaakt wordt van het innovatiefonds.

De ChristenUnie kan zich vinden in dit voorstel. Toch is het vreemd dat dit voorstel om geld over te hevelen samenkomt met een verlies van de NOM. ‘Vullen we met het opheffen van het Innovatiefonds Noord-Nederland dan niet het gat van de NOM? Als er grote faillissementen tussen zitten, is dat geld dat je niet terugkrijgt,' zegt Wiebo de Vries.

In het debat wijst Wiebo de Vries nogmaals het college op actieve informatieplicht aan Provinciale Staten. ‘Wanneer had het college ons op de hoogte willen stellen van dit tekort?,' zegt hij. De gedeputeerde laat weten dat de NOM bewust op afstand is gezet. Vier keer per jaar ontvangt de provincie een kwartaalrapportage. Hier reageert de provincie niet op omdat dit per kwartaal enorm kan verschillen. Bovendien zijn de officiële cijfers van 2019 nog niet bekend. Of het goed komt met de NOM kan de gedeputeerde niet met zekerheid zeggen.  

 

« Terug